Strategische partners identificeren
Of het nu gaat om leveranciers, ondersteunende structuren of federaties, al deze entiteiten hebben een rol te spelen in de toekomstige werking van uw handelszaak. Ze zullen onmisbaar zijn om u bij te staan met hun kennis en expertise, om u extra middelen te verschaffen of nog om u te helpen bij de ontwikkeling van uw bekendheid.
Informatie- en ondersteunende structuren
1819
1819 is de informatiedienst bij uitstek voor alle ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze dienst heeft een tweeledig doel:
- Ondernemers eerstelijnsinformatie verschaffen over de verschillende aspecten verbonden aan de uitoefening van een economische activiteit
- Bedrijven oriënteren in het Brussels netwerk van ondersteunende instellingen en organisaties
hub.brussels
hub.brussels is het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven. Het Agentschap, gelanceerd op 1 januari 2018, is ontstaan uit de fusie van Atrium.brussels, Brussels Invest & Export en Impulse.brussels.
hub.brussels, toonaangevend publieke partner, beoogt van Brussel de meest aantrekkelijke Europese stad te maken voor ondernemerschap en de ontwikkeling van een economische activiteit.
hub.brussels heeft tot doel bij te dragen tot de duurzame ontwikkeling van de Brusselse economie, en vervult in dit opzicht een drievoudige missie:
- Brusselse economische projecten en hun dragers adviseren, uitrusten en ondersteunen om hun succes zowel in Brussel als in het buitenland te verzekeren
- Nieuwe economische, technologische en handelskansen opsporen, stimuleren, organiseren en aantrekken, zowel in Brussel als in het buitenland
- De overheid helpen een slagvaardig economisch beleid uit te stippelen en uit te voeren en een stimulerend ondernemingsklimaat te verzekeren
Lokale Economieloketten
Vijf Brusselse gemeenten (Brussel-Stad, Sint-Gillis, Schaarbeek, Anderlecht en Molenbeek) hebben een lokaal economieloket (LEL) die starters ondersteunen bij de ontwikkeling van hun activiteit als natuurlijke of als rechtspersoon.
Overigens kunnen structuren zoals de Agentschappen voor eigen tewerkstelling (AET), in partnerschap met Actiris, zoals ILES, Jobyourself, Credal en Microstart u begeleiden bij de creatie van uw activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Choprabisco
Choprabisco (de Koninklijke Belgische vereniging van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie) vertegenwoordigt de Belgische bedrijven in de sector van biscuit, chocolade, praline en suikergoed. In totaal telt de vereniging 165 leden (zowel ambachtelijke bedrijven als KMO's en multinationals) die 90% van de globale omzet van de sector vertegenwoordigen. De vereniging informeert, ondersteunt en adviseert haar leden over specifieke sectorale kwesties door hun – en eventueel ook de overheid – aangepaste informatie te verstrekken zodat ze doeltreffend kunnen optreden ten aanzien van problemen, gebeurtenissen en uitdagingen.
Toeleveringsketens
Afhankelijk van het concept dat u wilt ontwikkelen, kunt u kiezen uit twee toeleveringsketens van cacao: de traditionele keten waarbij u een beroep doet op de grote bedrijven van couverturechocolade en de andere keten, ethischer en innovatiever, zoals de bean-to-bar-trend. Om u te helpen een geïnformeerde keuze te maken, heeft dit hoofdstuk tot doel deze toeleveringsketens te beschrijven en u bewust te maken van de ethische problemen die zij aan de orde stellen.
De traditionele keten
De chocoladesector groepeert fabrieken, nijverheidsbedrijven, handelszaken en dienstverlenende bedrijven die hun activiteiten ontwikkelen rond chocolade en chocoladeproducten. Tot voor kort werd de toeleveringsketen voor cacao bijna uitsluitend gevormd door vier grote spelers.
De cacaoboeren verkopen (rechtstreeks of via coöperaties) hun bonen aan de grote verwerkende bedrijven1 die ze roosteren en tot poeder malen om een halffabricaat (couverturechocolade) aan te bieden. Dat halffabricaat wordt vervolgens door de chocolatiers ingekocht (zowel grote bedrijven als onafhankelijke structuren), die het verwerken in hun eindproducten op basis van chocolade die dan aan de consument worden verkocht (in hun eigen winkels of via de supermarkten).
De doorgedreven industrialisering heeft echter nefaste gevolgen: schaarste, ontbossing, extreme armoede en kinderarbeid maken deel uit van het dagelijks leven van de cacaoboeren.
Schaarste
De toenemende concentratie, sinds de 20ste eeuw, van bedrijven aan de afnemerszijde van de cacaoketen (verwerking van bonen, chocoladeproducenten), leidt namelijk tot een hogere druk aan de toeleveringszijde om de productie constant te verhogen. Dat brengt risico's met zich mee voor de toelevering van cacao, onder meer voor de Forastero-bonen (ongeveer 80% van de mondiale productie, hoofdzakelijk uit Afrika).
Ontbossing
Sinds 1960 is de wereldwijde cacaoproductie verviervoudigd, ten koste van het maagdelijk bos, en dit vooral in West-Afrika: meer dan 90% van het maagdelijk bos in West-Afrika is verdwenen.
Het model dat de chocolade-industrie namelijk voorstaat, veronderstelt niet alleen de specialisatie van de producenten en de uitbreiding van de cacaoplantages op het bos, maar ook het gebruik van chemische productiemiddelen. Thans behoort de Ivoriaanse productie tot de laagste ter wereld en de impact van de ontbossing op het klimaat is hiervan ook een oorzaak.
Extreme armoede
Momenteel kampt de sector met extreme armoede, vooral in West-Afrika dat 70% vertegenwoordigt van de zeer kleine familieplantages van cacaobonen.
Het probleem werd nog aangescherpt door de crisis die tussen september 2016 en februari 2017 een forse daling van de cacaoprijs op de wereldmarkt veroorzaakte ten gevolge van de buitensporige productie van cacao ten koste van de inheemse bossen.
Zo leven veel gezinnen die actief zijn in de cacaoteelt onder de armoedegrens en worden bijzonder hard getroffen door de prijsschommelingen.
In deze context telen sommige producenten zelfs cacao met verlies. De meeste waarnemers zijn het erover eens dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de producenten een fatsoenlijk inkomen hebben.
Kinderarbeid
In West-Afrika wonen veel boeren in landelijke gebieden zonder wegen, elektriciteit, drinkwater, medische diensten, scholen en andere voorzieningen.
Een rapport van BASIC (Bureau for the Appraisal of Social Impacts for Citizen information), uitgevoerd in opdracht van het platform voor eerlijke handel, wijst erop dat "wegens de armoede en het gebrek aan onderwijsvoorzieningen de kinderen van landbouwgezinnen vaak in de familiebedrijven werken. Soms gaat dat gepaard met de ergste vormen van kinderarbeid, zoals bepaald in de IAO-verdragen. "
Ondanks een bewustwording werd dit fenomeen in de afgelopen jaren nog aangescherpt door de stijging van de chocoladeproductie. Het aantal kinderen dat in de cacaoplantages werkt, wordt in West-Afrika alleen op 2,1 miljoen geschat. "De recente toename van kinderarbeid lijkt een verklaring te vinden in de combinatie van verschillende factoren: armoede en structurele onzekerheid van de producenten, gebrek aan infrastructuren en de sociaalpolitieke instabiliteit van het land."
Met deze realiteit voor ogen kunt u zich bijgevolg laten leiden bij de keuze van uw concept. Zo kunnen tal van innovatieve initiatieven en trends u inspireren in een benadering van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Ethischer ketens: maatschappelijke verantwoordelijkheid en bean-to-bar
De Cacaobarometer luidt de alarmbel: hoewel er een mondiale bewustwording is, houdt het aantal gepaste acties en beleidsmaatregelen hiermee geen gelijke tred.
"West-Europa, de Verenigde Staten en Australazië vormen niet alleen het grootste consumentenblok, ze zijn ook de thuisbasis van de meeste grote cacao- en chocolademultinationals. Als zodanig hebben zij een dubbel belangrijke rol te spelen ter bevordering van een cacaosector die de mensenrechten en het milieu eerbiedigt."
Niettemin trachten verbintenissen van de belangrijkste actoren, evenals de ontwikkeling van eerlijke en/of duurzame handel en de bean-to-bar-beweging, zo goed mogelijk aan deze uitdagingen tegemoet te komen.
Initiatieven voor een meer verantwoordelijke chocolade
Een aantal recente initiatieven zijn het vermelden waard:
- In België, het partnerschap Beyond chocolate dat eind 2018 werd gelanceerd door de vice-eersteminister en minister van ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo: via dit partnerschap voor een duurzame Belgische chocolade verbinden de chocoladesector, de grootwinkelbedrijven en het maatschappelijk middenveld zich ertoe om kinderarbeid en ontbossing te bestrijden en de lokale cacaoproducenten een fatsoenlijk inkomen te garanderen.
- Op mondiaal niveau, de geleidelijke invoering van een ISO-norm voor duurzame en traceerbare cacao.
- Het initiatief cacao & forêts dat in 2017 werd opgestart door 's werelds grootste cacao- en chocoladebedrijven en door de regeringen van de Ivoorkust en Ghana, en dat wordt gecoördineerd door de World Cocoa Foundation (WCF), het Sustainable Trade Initiative (STI) en de International Sustainability Unit van de Prins van Wales. In het kader van dit initiatief werden actieplannen gepubliceerd om een einde te maken aan de ontbossing in de toeleveringsketen van cacao en om bosgebieden te herstellen.
Certificeringen: Bemoedigende maar niettemin ontoereikende resultaten
Voorts, als reactie op de economische modellen van de voedingsindustrie ontwikkelde zich vanaf de jaren zestig de eerlijke handel.
Om producenten en werknemers in staat te stellen van hun werk te leven en gezamenlijk op lange termijn te investeren, gingen de actoren van de toeleveringsketens van cacao verbintenissen aan.
De eerlijke handel komt eveneens tegemoet aan de verwachtingen van de consument die op een meer bewuste wijze wil kopen. Dat steunt op vier grondbeginselen:
- De collectieve en democratische organisatie betrekt de producenten en de werknemers bij het beheer en de onderhandelingen.
- Er wordt een minimumprijs vastgesteld die bescherming biedt tegen de volatiliteit van de grondstofprijzen.
- Er wordt een premie eerlijke handel toegekend waarvan de organisaties van kleine producenten en werknemers het gebruik samen bepalen.
- Sensibiliseringscampagnes bij de consument om druk uit te oefenen voor meer transparantie in de landbouwketens.
Deze garantie van eerlijke handel wordt gecertificeerd door het Fairtradelabel van Fairtrade International (FI).
In de jaren 90 werden nog andere duurzame certificeringen gecreëerd die direct met de bestaande fairtradecertificeringen 'concurreren' en vergelijkbare criteria hanteren. Zo kan de industrie naar twee grote systemen verwijzen: de duurzame labels Rainforest Alliance (RA) en UTZ Certified die eind 2019 fusioneerden tot Rainforest Alliance Certified.
Van de drie hiervoor vermelde labels is het label eerlijke handel het oudste en het strengste. De premie eerlijke handel is vast, wat niet het geval is voor de duurzame certificeringen (de verkoper en de koper kunnen erover onderhandelen)3.
Volgens Fairtrade België werden in 2016 wereldwijd 136.000 ton gecertificeerde fairtradecacaobonen verkocht, of een stijging van 27% in vier jaar tijd. Ze werden geproduceerd door 179.000 kleine producenten, waarvan meer dan 140.000 in West-Afrika. Hoewel fairtradechocolade op basis van cacao in 2017 een stijging optekent van 45%, haalt die in België een marktaandeel van amper 1% (2.744 ton)4.
Bovendien zijn de verwachte doelstellingen inzake de eerbiediging van de mensenrechten en milieurechten nog lang niet bereikt. Zo trekt het BASIC-rapport van mei 2016 een vergelijking tussen de - zeer verschillende - situaties van de Ivoriaanse en Peruaanse cacaoboeren die een beroep doen op certificeringen.
Samengevat zorgt de premie eerlijke handel in de Ivoorkust voor lokale verbeteringen, maar de structurele onderbeloning en de sociale impact (arbeidsomstandigheden, gezondheid, kinderarbeid, enz.) zijn verre van opgelost. In Peru daarentegen zijn de traditie van agrobosbouw en de historische ontwikkeling van coöperaties een vruchtbare bodem voor de virtueuze cirkel die kan worden versneld door de premies eerlijke/duurzame handel en andere stimulansen ter bevordering van een meer respectvolle productie.
Tot conclusie kan, net als in het hiervoor vermelde rapport, worden gesteld dat om een virtueuze cirkel in een eerlijke keten te genereren, een aantal voorwaarden moeten vervuld zijn:
- Solide democratische coöperaties die in staat zijn zich te ontwikkelen.
- De garantie van een inkomen boven de armoedegrens en een voldoende hoge premie om deze coöperaties en hun investeringen te ondersteunen.
- De ontwikkeling van agrobosbouw om de duurzaamheid van de impact van eerlijke handel te verzekeren.
- De kwaliteitsontwikkeling van de cacao en van de oorspronkelijke productie bij de kopers en de consumenten.
Bean-to-bar
Sinds enkele jaren doen sommige chocolatiers niet langer een beroep op de grote verwerkende bedrijven. Ze belasten zich dus met het gehele productieproces van hun producten en bevoorraden zich direct bij de lokale producenten.
Deze benadering krijgt de naam bean-to-bar: de bean-to-bar-beweging die in de Angelsaksische landen ontstond, omvat de verwerking van de chocolade met de beheersing van het gehele productieproces, van de cacaoboon tot de chocoladereep. De chocolatiers die deze beweging onderschrijven, hebben een passie voor smaak en aandacht voor de sociale omstandigheden van hun producenten. Een meer kwalitatieve selectie van de bonen biedt een dubbel voordeel: ze impliceert een nauwere band met het ecosysteem van de plantages en opent tegelijk de deur naar nieuwe mogelijkheden.
Twee ervaringen van chocolatiers:
- Pierre Marcolini verkiest om direct met de producenten te werken, door hen beter te betalen dan de marktprijs. Hij wil ook vermijden dat de coöperaties met het Fairtrade-label hun producties samenvoegen: dat zou leiden tot ongelijke kwaliteiten en een gebrek aan traceerbaarheid van de bonen.
- Philippe Lafont importeert zijn bonen van een kleine Kameroense boer die ter plaatse een sociaal project leidt, alsook uit Cuba (dezelfde keten als Pierre Marcolini). Hij leidt ook een sociaal project in Cuba, waar hij al meer dan 20 jaar regelmatig naartoe reist. Hij geeft er opleidingen van chocolatier/banketbakker, met materiaal uit België en met gebruik van uitsluitend lokale producten.
(1) De belangrijkste zijn het Frans-Belgisch-Zwitserse Barry-Callebaut en de Amerikanen Gargill, ADM-Cocoa (ADM voor Archer Daniels Midland overgenomen door OLAM) en Blommer. Samen kopen ze meer dan 45% van de wereldwijd geproduceerde bonen in.
(2) Bellantonio, M. Higonnet, E. Hurowitz, G. (2017). Chocolate’s dark secret – How the cocoa industry destroys national parks. [online]/ Mighty Earth. Beschikbaar voor download op: https://www.mightyearth.org/wp-content/uploads/2017/09/chocolates_dark_secret_english_web.pdf
(3) Wagralim. (2016). Le secteur du chocolat en Belgique : un regard sur les opportunités et pistes d’innovation. [online]. Wagralim – Pôle de compétitivité – Agro-Industrie, Waver. Beschikbaar voor download op: http://info.wagralim.be/rapport-sur-le-chocolat
(4) Masset, A. (2018, 24 april). « Il faut payer un meilleur prix aux producteurs de cacao ». La Libre Belgique, p.24.
(5) Bellantonio, M. Higonnet, E. Hurowitz, G. (2017). Chocolate’s dark secret – How the cocoa industry destroys national parks. [online]/ Mighty Earth. Beschikbaar voor download op: https://www.mightyearth.org/wp-content/uploads/2017/09/chocolates_dark_secret_english_web.pdf